Abbekerk vertrekt van Trinidad naar Engeland
15 August 1942.
Het lege schip nam een onvoorstelbare hoeveelheid suiker in zijn ruimen op. Absoluut vol tot aan het bovendek. Nu weet ik niet meer of we nog naar Curaçao zijn gevaren. Dan zou het alleen voor brandstof moeten zijn geweest. Zeker weet ik wel dat de Kapitein, of vanuit Trinidad of te Curaçao navraag heeft gedaan of het schip daar in het dok kon worden geschoren. Het antwoord was negatief, vanwege plaatsgebrek. Dit was natuurlijk zeer teleurstellend. Het schip lag, omdat het nu vol geladen was, meters dieper in het water. Het oppervlak dat nu onder water was komen te liggen was zeer vergroot en benadeelde de snelheid in hoge mate.
Toch werden we nog steeds voor vol aangezien, want er werden orders gegeven dat we op eigen kracht, alleen dus, de thuisreis naar Engeland moesten aanvaarden. We verlieten de haven Port of Spain van het eiland Trinidad op 15 augustus 1942
Ass machinist Adriaan Kik
De Abbekerk is nu dus niet meer in staat haar gebruikelijke kruissnelheid van ruim 17 knopen te halen. Met zigzaggen erbij vaart ze nu met een gemiddelde snelheid van circa 15,5 knoop. Dit lijkt een marginaal verschil maar het is significant: om aan te kunnen vallen moet een U-boot binnen enkele kilometers van het schip komen. Liefst iets ervoor zodat de torpedo’s, die ca 30 knopen lopen, het schip makkelijk kunnen onderscheppen. Een snelvarend schip loopt dan alleen een risico als het toevallig recht op de wachtende U-boot afvaart en die binnen een paar kilometer passeert. Die kans is heel klein. Om een snelvarend schip wel aan te kunnen vallen zal de U-boot het schip – boven water varend – moeten inhalen en dan – onder water – gaan opwachten. En dat moet wel ongezien gebeuren omdat het vrachtsschip anders een ontwijkende koers zal gaan varen en mogelijk de U-boot zal beschieten.
Een U-boot heeft een topsnelheid van ruim 17 knopen. Een schip dat net zo snel of sneller vaart is dan eigenlijk niet in te halen en relatief veilig. 1,5 knoop langzamer zorgt voor een overbrugbare marge, zo zal blijken.
Abbekerk’s geplande route
[MapFig mapid=”4″]
We vertrokken op 15 augustus en al zeer spoedig zagen we dat de U-boten daar hard aan het werk waren geweest. Op de vertrekdag zagen we een voorschip drijven en later die dag kwamen we een Noorse motorsloep tegen. Onzerzijds werd aangeboden de bemanning aan boord te nemen maar zij hadden inmiddels het kustgebergte al gezien en bedankten vriendelijk. Later zou dit een gelukkige beslissing blijken te zijn.
Derde stuurman Jacob Visser
Dit was waarschijnlijk een sloep van de Noorse D/S Bill die door U155 tot zinken was gebracht. Dat gebeurde op 29 juli en de laatste van drie reddingsboten bereikte Trinidad op 15 augustus.