Tjilatjap evacuatie: mensen als vracht
Steeds meer troepen komen vanuit de binnenlanden aan in Tjilatjap. Bang voor de onduidelijke en vooral onzekere toekomst willen ze liefst zo snel mogelijk weg van Java. Maar ze zijn niet erg onder de indruk van het schip dat hen mee moet gaan nemen.
Toen de troepen het water bereikte troffen ze een ongelofelijke verwarring aan. Vijf verschillende legereenheden probeerde via deze enige nog open haven te evacueren, en er leek geen enkele coördinatie te zijn. Vijftien of twintig schepen lagen in de haven en lichters en bootjes voeren heen en weer tussen hen en de oever. Er waren twee houten kades (..) Aan de laatste lagen twee schepen afgemeerd, naast elkaar. Door het tij toornden de zijkant van het schip hoog uit boven de houten kade. Het buitenste schip was de Kota Gede (..) Het schip direct aan de kade was het 12000 ton Nederlandse vrachtschip Abbekerk, die was aangewezen om de eenheden van het US Air Corps uit Java te evacueren. Haar roestige romp voedde geruchten dat ze in Singapore gezonken zou zijn geweest. (..) Er was maar één loopplank, niet meer dan een meter breed, om aan en van boord van beide schepen te komen.
In het boek ’they fought with what they had’, beschrijft Walter D. Edmonds de geschiedenis van de US Air Forces in de Filipijnen en Java in de laatste dagen van 1941 en begin 1942
Bandoeng, midden Java. De rest van de staf van het FEAF (Far East Air Force) hoofdkwartier vormde een kolonne van 17 auto’s, een bus en twee trucks richting de zuidelijke haven van Tjilatjap, 160 mijl verderop. We kwamen door plaatsen met exotisch klinkende namen als Oedjoengbroeng, Tjitjalengka, Tasikmalaja, Bandja, Madjenang, and Wangon. En ze roken allemaal naar dooie vis! Een vrijwilliger van de KNIL, een sergeant, was onze gids en tolk. We kwamen om 16:00 uur aan in Tjilatjap. Daar sloten we ons aan bij een groeiende groep Amerikanen die probeerden weg te komen voor de oprukkende Japanners. We namen een hartelijk afscheid van onze gids die weigerde met ons mee te gaan: Java was zijn thuis en het was zijn plicht was het te verdedigen.
Toen we aankwamen (in de haven) was alles in een opperste staat van verwarring. Een grote hoeveelheid schepen was bezig om met veel lawaai voorraden te laden en lossen. Het eerste wat ik zag was een torpedobootjager met twee schoorstenen die geruisloos de baai uitgleed naar de oceaan. We liepen langs pakhuizen en luchtafweer opstellingen tot we uiteindelijk aankwamen bij het schip waarmee we zouden vertrekken: de Abbekerk. terwijl ik naar haar toe liep werd ik getroffen door het gevoel van angst dat er heerste. Overal lagen hopen van luchtmacht materieel: parachutes, dozen met camera’s en allerlei andere zaken die nodig zijn voor het uitvoeren van een luchtoorlog. Overal verspreid waren officieren en dienstplichtigen aan het wachten tot ze aan boord mochten. Velen kwamen van de Filipijnen en waren zo bang dat ze niet wisten welke opdracht ze nu wel of niet moesten geloven. De situatie was uitermate ongeorganiseerd.
Die avond gingen we aan boord van een nogal verwaarloosd uitziend – maar daarom niet minder functioneel – Nederlands vrachtschip: de Abbekerk. De weinige hutten waren voor een aantal zwaar gewonde marine mensen, een paar officieren en burgers. Verder waren er eigenlijk geen verblijven of faciliteiten aan boord voor mensen. We waren niet meer dan menselijke vracht. Maar dit was onze enige kans op vrijheid dus blij dat we er waren. Uiteindelijk waren er meer dan 1500 man aan dek en in de ruimen.
Corporal Bill Heath, HQ Far East Air Force
Flight surgeon Captain James E. Crane, Far East Air Force
Een van de eenheden die met Abbekerk wordt geëvacueerd zijn de grondtroepen van een eskader B17 vliegende forten. Deze arriveren in Tjilatjap per trein en hebben een aantal .50 machinegeweren uit op de grond verwoeste bommenwerpers meegenomen. Die kans om de verdediging uit te breiden wordt meteen aangegrepen.
Die dingen waren natuurlijk gemaakt om in een vliegtuig te passen, niet op een schip. Toen is tweede machinist Piet Kerklaan de wal op gegaan naar een gasfabriek en heeft daar een aantal pijpen meegenomen. Die lasten we aan de reling op verschillende plaatsen over de hele lengte van het schip. Op die manier konden we de machinegeweren daar bevestigen waar ze nodig waren!
Derde stuurman Jacob Visser van de Abbekerk
Harry Tweedale van het 232 RAF squadron is inmiddels, constant terugtrekkend, via Sumatra op Java aangekomen:
Na tien dagen in Batavia werden we plots bij elkaar geroepen. Dertig van ons werden naar een vliegveld gestuurd om vliegtuigen van Amerikanen in elkaar te helpen zetten. De rest werd op een trein gezet. Geen idee waarheen. We reden de hele nacht door en ook de hele dag daarop. Door een fantastisch mooie omgeving – bergen, regenwoud en jungle – tot we ’s avonds aankwamen in de haven van Tjilatjap. Dit vrolijke ons enorm op al hadden we eigenlijk geen flauw idee hoe wanhopig de situatie toen was.
Wij gingen aan boord van een vrachtschip: de Kota Gede, een Nederlands schip dat naast de Abbekerk lag, het schip uit ons konvooi uit Engeland. Toen vervoerde het onze Hurricanes hier naar toe, nu vervoert het zo veel als mogelijk van ons weer weg van hier.
Harry Tweedale, 232 squadron RAF
Het laden van het schip gaat ’s nachts gewoon door met de lichten aan. Om tien uur klonk ineens het luchtalarm. De lichten aan de wal gingen snel uit maar die op het schip bleven branden, want niemand kon de schakelaar vinden. Minuten lang was ons schip een perfect verlicht doelwit.
“Doe die lichten uit!”
werd gebruld vanaf het schip en vanaf de wal. Enkelen begonnen op de lampen te schieten met hun revolver tot eindelijk de schakelaar was gevonden. Bijna een uur lang kroop ik in het donker bij de zeelui in afwachting van een aanval. Eindelijk klonk het sein “alles veilig”. De lichten gingen weer aan en het laden ging weer door.
“My Fighting Congregation”door Chaplain William C. Taggert (US Army)
Tegelijkertijd heeft de grote Japanse Strike Force ‘Kido Butai’ zich in Staring Baai, Celebes, bevoorraad na de aanval op Darwin. De vloot vaart vandaag uit richting Indische Oceaan. Het doel is om de Britse vloot uit te schakelen en de invasie van Burma te ondersteunen. Daaronder valt ook het voorkomen dat geallieerde versterkingen naar Java worden aangevoerd. En – belangrijk voor dit verhaal – het vernietigen van alles wat probeert uit NEI te ontkomen. Deze enorme vloot, van zes vliegdekschepen, meer dan 200 vliegtuigen en tientallen kruisers en destroyers vaart nu in westelijke richting de Indische Oceaan op. Hun koers brengt hen de komende dagen precies ten zuiden van Java….