1200 mijl ten zuiden van Java: Je leeft, wat wil je nog meer…?
Meer dan ooit had ik het gevoel dat werken in oorlogstijd in de machinekamer, waar je dus niets kon horen of zien van wat zich in de buitenwereld afspeelt, een baan is die je nooit gewend raakt. En dan vooral als je weet dat er ergens, op enige afstand van het schip, waarschijnlijk iemand klaar staat om op een knop te drukken om een bom te laten vallen of een torpedo of een granaat af te vuren. Kwam je boven, klaar met werken, dan kon je ook nog elke seconde van de dag en de nacht opgeblazen worden.
Elke keer was ik weer blij als mijn wacht er opzat. Maar ja wat heet blij als je dacht aan de lading. Ik denk dat iedereen er wel zo over dacht.
Adriaan Kik, ass. engineer on Abbekerk
Er gebeurde verder geen schokkende dingen meer, al was er natuurlijk altijd wel een bak vol geruchten die de ronde deden, zoals onderzeeërs die ons achtervolgende en zo. Het werd heel erg koud. Ik herinner me hoe moeilijk het was om warm te blijven, zelfs met een vliegers overall aan, terwijl je sliep aan dek slechts gewikkeld in een dunne deken. Er waren regelmatig stevige regenbuien en die doorweekte ons en alles wat we hadden.. Enkele nachten waren zo kou dat ik het niet voor elkaar kreeg te slapen. Alleen opstaan en wat lopen hielp om weer een beetje warm te worden.
Flight surgeon Captain James E. Crane, Far East Air Force
Het was rond die tijd dat ik met een stel maten aan dek zat in de buurt van de boeg van het schip. Met dat de golven groter werden, kwam de boeg steeds hoger uit het water. We vroegen ons af of we op een gegeven moment zo hoog zouden komen dat we, naar achter kijkend, de horizon boven de mast uit zouden zien komen. Er werden weddenschappen afgesloten. En we wachten en keken toe. Steeds verder kwam de horizon achter ons omhoog met dat de boeg weer omhoog ging. Nu kon je de horizon al zien verschijnen boven de brug. En uiteindelijk kwam de boeg zo hoog uit het water dat we de horizon boven de achterste mast konden zien. Maar toen de boeg weer omlaag ging ging dat zo steil en hard dat er een enorme golf water over de boeg heen sloeg. We hadden onze douche die dag ook weer gehad en spoelden daarbij zowat overboord.
Corporal Bill Heath, HQ Far East Air Force
3 Maart 1942. De zee was vanmorgen nog woester en je kon je nauwelijks staande houden aan dek. De lucht was gewoon ijskoud. In één van de ruimen braken de mannen kisten met voorraden om aan warmere kleren te komen. Leren vliegers jassen verschenen overal aan aan boord, en zo ook baarden. Scheren met koud zeewater was geen pretje. Desalniettemin was het, nu we waarschijnlijk de volgende dag waar land zouden bereiken, voor sommigen reden om even de tanden op elkaar te houden en te scheren en een beetje op te frissen. Er werd niet geklaagd want iedereen wist dat we blij mochten zijn nog te leven.
Corporal Bill Heath, HQ Far East Air Force
Leaving Tjilatjap on March 2:
- Generaal Verspijek (1213 brt)
- Duijmear van Twist (1030 brt)
- Kota Baroe (7307 brt)
- Sloterdijk  (9227 brt)
- Tsingsang
- Tjisoera (7089 brt)
Losses (merchant ships only) 2 March De Klerk  (Dutch): The cargo ship was scuttled at Tandjong Priok, Netherlands East Indies, to prevent capture. Raised, repaired and put in Japanese service as Imaji Maru. Kasuaris  (Dutch): The tanker was scuttled off Surabaya, Dutch East Indies to avoid capture by Japanese forces. Crew rescued by Inazuma  Imperial Japanese Navy). Proteus  (Norway): The cargo ship was scuttled at Batavia, Dutch East Indies. Speelman  (Dutch): The passenger ship was scuttled at Surabaya, Netherlands East Indies, to prevent capture. Raised, repaired and put in Japanese service as Hakko Maru. Talang Akar  (Dutch): The tanker was scuttled at Surabaja to prevent capture. Salvaged and put in Japanese service as Tango Maru. Toendjoek  (Dutch): The cargo ship was scuttled at Tandjung Priok as a blockship. Salvaged and put in Japanese service as Tango Maru. Tunni  (Norway): The cargo ship was scuttled at Surabaya, Netherlands East Indies. Sina Bang  (Dutch): The cargo ship was sunk by aircraft based on Japanese aircraft carrier RyūjŠ.
3 March Bintoehan  (Dutch): The cargo ship was scuttled south of Java, Netherlands East Indies to prevent her capture by Arashi. Koolama  (Dutch): The passenger ship was bombed and sunk south west of Dutch Timor, Netherlands East Indies by Japanese aircraft. Siantar (Dutch): The cargo ship was shelled, torpedoed and sunk in the Indian Ocean 250 miles north west of Shark Bay, Australia by submarine I-1 . 37 survivors were rescued by Van Spilbergen. 21 crewmen were killed. Van Waerwijck  (Dutch):  The cargo ship was scuttled at Tandjong Priok, Netherlands East Indies. Raised, repaired, and put in Japanese service as Hirukiku Maru.
Source:
- https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_shipwrecks_in_February_1942
- "De Nederlandse Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog" by L.L. von Münching
Â