Fremantle. Verlost van de bommen en eindelijk even rust
Na een maand of drie op een schip te hebben geleefd was Perth een grote verademing. De stad was ’s avonds en ’s nachts nog volledig verlicht. Een unicum in de twee jaar dat we nu in oorlog waren. Wat ons eigenlijk het meeste opviel, als we door de stad liepen, waren de vrouwen en de meisjes. Wat wil je, we hadden aan boord al zo lang naar elkaars gezichten gekeken. Nee, dan was dit het bewijs dat er toch nog iets moois was op deze wereld. Zoals de Engelsen zouden zeggen, ze waren een ‘zalf voor zere ogen’.
Daarna de prachtig verlichte winkels waar nu werkelijk alles te koop was wat je nodig had. Wat een verschil met Engeland. Het leek wel of hier alles ook lekkerder rook. De zon scheen hier ook mooier dan ergens anders op de wereld en het voedsel aan boord smaakte lekkerder dan ooit. Je bed voelde zacht en geriefelijk aan en je sliep als een blok. Je werd met de dag een ander mens. Je zou kunnen zeggen, ‘NORMAAL’.
Ass machinist Adriaan Kik
Ook is er voor het eerst in 5 maanden tijd om op te ruimen en onderhoud te doen aan het schip. Dit is hard nodig, niet in de laatste plaats voor de motoren die het heel zwaar hebben gehad.
Eindelijk wordt het schip en bemanning verlost van de duizenden bommen die nog steeds diep in haar ruimen liggen. Het enige wat nog over is van de oorspronkelijke lading uit Engeland zijn de locomotieven die ze in Australië ook niet kwijtraken omdat ze hier een andere spoorbreedte hebben. Bovendien zijn de locomotieven ook nog hard nodig op hun originele bestemming en wordt er gezocht naar een manier om ze daar te krijgen. Maar intussen is Fremantle een onwaarschijnlijke drukke haven geworden. Zoals blijkt uit deze tekst:
In de maand nadat Singapore was gevallen bleven schepen, afgeladen met vluchtelingen aankomen in Fremantle. Dit vroeg het uiterste van de capaciteit van de binnenhaven terwijl niet minder dan dertig schepen voor anker lagen voor de haven op de rede van Gage Roads. Het kwam ook regelmatig voor dat niet minder dan 4 schepen van aanzienlijke omvang gestapeld (naast elkaar) lagen en het was uitsluitend te danken aan de goede weersomstandigheden dat deze situatie te handhaven was.
In totaal gebruiken niet minder dan 75 schepen tegelijk de binnen en buitenhaven en in de veertien dagen tot 20 maart kwamen niet minder dan 103 schepen, van koopvaardij en marine, de meeste op de vlucht voor de Japanners  aan in de haven. Deze extreme omstandigheden hielden enkele weken aan tot schepen konden doorgestuurd naar een andere bestemming.
(bron: http://www.fremantleports.com.au/About/OurHistory/1942.asp )
En dus wordt Abbekerk – tijdelijk – naar een andere haven gedirigeerd om ruimte te maken.
Nadat de lading (eindelijk) was gelost werden we naar Bunbury gedirigeerd. Wat is in vredesnaam Bunbury? Zelfs de meest bereisden aan boord trokken, niets wetend, hun schouders op. Bunbury ligt, denk ik, zowat 200 km bezuiden Perth.
Ass machinist Adriaan Kik