New York: ‘Torpedo verlof’
9 September 1942.
In New York aan de wal had kennelijk iemand notitie genomen van het feit dat er een schip was gearriveerd met schipbreukelingen en dat was reden geweest om een autobus-grote kantinewagen naar de aankomstkade te sturen met een 4tal uitermate vriendelijke dames in uniform, die ons allerlei soorten koeken en koffie of thee aanboden. We hadden totaal geen honger of dorst. Maar wat we ook zeiden, ze lachten nog wat liever en kwamen met nog meer lekkernijen aanzetten.
Nu weet ik niet wat ze van ons dachten, maar ik begreep wel dat we er uit zagen als zwervers. Zeer groezelig in onze witte overall die natuurlijk nog al vuil was van de machinekamer en ons verblijf aan boord van de roestbak die ons veilig naar N.Y. bracht. Daaroverheen een uniformjasje, dat intussen alles al had meegemaakt en vergeet ook niet de werkelijk vette vetleren ietwat afgetrapte machinekamerschoenen. We namen ieder dan toch maar een paar doughnuts (donuts) en een bak koffie en toen we aan de laatste slok bezig waren kwam er een taxi, waaruit een heer stapte die zich voorstelde. Hij vertegenwoordigde de Nederlandse Shipping Committee en regelde de gang naar het kantoor op een manier alsof het zijn dagelijkse werk was. Hierin waren we niet ver mis.
Assistent Machinist Adriaan Kik
We kregen papieren met en zonder stempels en een voorschot in dollars. Daarna werden we door hetzelfde heerschap weer in een taxi geladen en naar een, toch wel gerenommeerd, hotel gebracht. Dit ‘Time Square Hotel’ was ons onderkomen voor de eerstvolgende maand. Op deze maand hadden we recht en werd ’torpedoverlof’ genoemd en was eigenlijk om een beetje bij te komen van de belevenissen, maar werd meer nog voor het grootste deel gebruikt om jezelf geheel opnieuw te kleden en te verzorgen. Dit laatste bleek wat kosten betreft ook niet gering. Hiervoor kreeg je de z.g. torpedovergoeding, welke 80 Engelse ponden bedroeg. Het was bekend dat dit bedrag zelfs in Engeland aan de karige kant was. In Amerika was alles zo’n 25% duurder en dat we die ponden nu in dollars uitgekeerd kregen was wel een nadeel.
Enfin, we kregen ieder een kamer met daar tussen een badkamer die je kon gebruiken als je de toegangsdeur van de buurman op slot draaide. Niet vergeten deze weer te openen als je klaar was. Na uitgebreid gebaad te hebben gingen we naar de eetzaal (vol pension) om onze magen te vullen.
In een dichtbij zijnde klerenwinkel werden we met gefronste wenkbrauwen bekeken toen we binnen stapten. Dat zinde ons weinig, maar toen we zeiden waarom we kwamen veranderde hun houding totaal. Ik denk dat we wel een uur of twee bezig waren geweest, met passen en meten en ondertussen gezellig converserend, toen we naar buiten werden begeleid door al het vriendelijk lachende personeel. Alles wat we kochten hadden we aangetrokken. We zagen er fonkelnieuw uit en in onze handen een klein pakje met wat reserve ondergoed, een overhemd en nog een paar sokken. Alles wat we aan hadden toen we binnen stapten konden we in een grote zak kwijt die door de firma eigenhandig in de vuilnisbak zou worden gestopt.
Nu nog naar de schoenwinkel, waar we dezelfde formule toepasten, en we konden weer gezien worden Toen nog naar een paar winkels om scheergerei, kam, zeep, handdoeken etc., te kopen.
Zeer lichtvoetig, vanwege de dollars die we kwijt waren, maar toch hongerig liepen we weer terug naar ons hotel om daar de maaltijd te gaan nuttigen. Dat spaarde weer een paar dollars.
Ik ga niet meer verder uitweiden over hoe ik die maand in N.Y. ben doorgekomen. Het is werkelijk niet te geloven wat je allemaal moet inslaan als je, alles wat je had, opnieuw moet inkopen. Ik had steeds te weinig geld want ik wilde toch ook nog wat van N.Y. zien nu ik er was, en dat kostte ook money.
Assistent Machinist Adriaan Kik
Na zo’n vijf weken kreeg ik plotseling bezoek van iemand van het kantoor, waarvan ik eigenlijk dacht dat ze me daar vergeten waren, met nieuws. In deze gevallen is dat natuurlijk altijd slecht nieuws. Er was een schip, een tanker, dat met smart op een assistent s.w.t.k. zat te wachten en nog dezelfde dag moest vertrekken.
Hij had de benodigde papieren bij zich en hij bleef zelfs bij me toen ik mijn spullen inpakte. Er was zelfs een taxi die op ons wachtte. Ik vroeg of ik soms een boef was die opgebracht moest worden. Hij maakte zijn excuses, maar vertelde dat het wel eens was voorgekomen dat op een andere manier van aanpak de op een schip geplaatste persoon de benen had genomen.
In de haven aangekomen stapte ik op een tanker die stonk naar de vliegtuigbenzine waarmee het geheel was afgeladen. Het was een Shell tanker die onder de naam m.s. ‘Macuba’ al anderhalf jaar de Atlantische Oceaan visa versa bevoer en het nog kon navertellen ook. Ik dacht nog dat het eigenlijk helemaal geen verschil maakt of je nu op een schip vaart met munitie, of op een volle tanker geladen met vliegtuigbenzine.Eind november kwamen we aan in Liverpool. Terug op de plaats van afvaart, na zo’n veertien maanden ononderbroken onderweg te zijn geweest. Met recht kan hier gesproken worden van een lange reis.
Ik was dus weer ‘THUIS.’ Nou ja, thuis..??
Assistent machinst Adriaan Kik